The ARCHAIC

Anthropocene Research Collective for Human, Animal and Interspecies Collaborations

reflecties op ecologie en architectuur: een ecologisch ontwerp

Reflecties van Emma Hissink Muller op de leesgroep sessie woensdag 5 april over de relatie tussen ecologie en architectuur. Een onderwerp geïntroduceerd door Willie Vogel.

Afgelopen sessie kwamen we bijeen om ecologie en architectuur te bespreken, naar aanleiding van een vraag van architect Willie Vogel: wat is de relatie tussen ecologie en architectuur? Ze stelde dat het concept ecologie alle kanten wordt opgeslingerd in de wereld van architectuur. Omdat zovelen binnen onze leesgroep zich bezighouden met ecologisch denken, gingen we samen de conceptuele verbindingen tussen ecologie en architectuur uitpluizen in deze sessie.

“Want waar hebben we het nu over? Een microsysteem van hyperefficiëntie. Maar om van ecologie te spreken moet het vooral een grotere schaal beslaan”

Het gesprek startte met een bespreking van de term een gesloten system (“closed-systems”) dat veelvuldig voorkomt in ecologie. In de tekst “What are people for?” [1], kwam naar voren dat milieudenkers de nadruk leggen op het in evenwicht houden van energiestromen in een systeem, en dat verspilling of productie van onbruikbare producten uit den boze is. Zuinig omgaan met, ofwel efficiënt gebruik van, zijn de kern van een dergelijke visie. Deze manier van ecologie conceptualiseren vind je vooral terug bij afzonderlijke bouwprojecten. Een skihal in de woestijn bijvoorbeeld krijgt toch een “ecologisch” randje wanneer er een uitgekiende efficiënt ontwerp van energiestromen van toepassing is. Ook dichterbij huis in de kassen van de Nederlandse tuinbouw klinkt deze filosofie door: trots wordt verteld hoe in de kassen er 0% verspilling is. Toch voelt deze trots soms ongemakkelijk of zelfs unheimisch, stelde een deelnemer. Want waar hebben we het nu over? Een microsysteem van hyperefficiëntie. Maar om van ecologie te spreken moet het vooral een grotere schaal beslaan, namelijk, de rol van dit project/gebouw in grotere systemen, de afhankelijkheid van aanleveringen uit gebieden ver buiten Europa. Juist deze relaties lijken buiten beschouwing te worden gelaten in deze vorm van ecologisch ontwerp. Ecologie wordt gereduceerd tot een efficiëntie die niet helemaal natuurlijk voelt dus. Heeft deze ecologische benadering nog iets te maken met de natuur?

“Efficiënt wonen… ik zou niet eens weten wat dat is,” stelt architect Martijn, “tegenwoordig is een huis een machine, en om erin te leven heb je een gebruiksaanwijzing nodig”

Het efficiëntie denken heeft ook betrekking op wonen. Binnen de architectuur staat centraal hoe het is om in een huis te leven. Tegelijk is het van uiterst belang om de woningen duurzaam te maken. Leefbaarheid en duurzaamheid, gaat dat goed samen? Het huis wordt gezien als een gesloten systeem dat efficiënt ingericht moet worden. Om dit te bereiken zijn de meest high-tech vernuftigheden ontwikkeld. Maar “efficiënt wonen… ik zou niet eens weten wat dat is,” stelt Martijn, “tegenwoordig is een huis een machine, en om erin te leven heb je een gebruiksaanwijzing nodig”. Huizen zijn wellicht te ingewikkeld en hightech gemaakt om bewust in te leven. Het lastige is dat wonen niet zo afgesloten is als een groen model van een woning doet denken. “A home is not a house”, want ergens thuis zijn, is een open systeem: relaties aangaan met een dynamische omgeving. Wonen is meer dan een ruimte bezetten, het is ook de sociale structuur eromheen. Het gaat om samenleven. Een complexiteit van samenleven, wat grotendeels niet te plannen is. Welke plek heeft dit in architectuur? Wat voor effect heeft ecologisch ontwerp op de leefbaarheid, wordt deze beter of juist minder? Of draait het vooral om het neutraal maken van wonen met alle dataficatie van dien (luchtstroom etc.).

“Ecologie wordt gereduceerd tot een efficiëntie die niet helemaal natuurlijk voelt dus. Heeft deze ecologische benadering nog iets te maken met de natuur?”

Deze discussie werd onder meer gevoed door de tweede tekst “Ecological Aesthetics and Architectural Autonomy “ [2] waarin het “solar house” van Oswald Mathias Unger werd besproken,  een ontwerp dat de bewoners bewust maakt van seizoenswisselingen.

Beeld van Ungers Archiv für Architekturwissen­schaft (UAA) via blogpost van socks-studio.com

In de winter is er minder leefruimte dan in de zomer. Aanpassen en meebewegen is de boodschap. Dit voorbeeld raakt bovendien aan een fundamentele discussie binnen architectuur, gaat het om vorm (mooi) of functie (gebruik). Een ontwerp dat kan aansporen tot ecologisch-verantwoord gedrag: meestal gaat het om materiaalgebruik als er van ecologisch bouwen gesproken wordt. De spanning tussen vorm en functie, lijkt echter een kunstmatig onderscheid en gaat prima samen in de realiteit, stelde deelnemers. Maar het bracht ons wel naar de vraag: is er een esthetica van ecologische architectuur? Of gaat ecologisch ontwerp hoofdzakelijk over het voorkomen van een negatieve impact op het milieu.

“Ecologie wordt vooral gebruikt ter wille van controle en planning, in plaats van de uitwisseling en variatie. Juist het niet plannen, de natuur op haar beloop laten, zou een ecologische gedachte kunnen zijn”

Er klonk kritisch geluid over de inzet op nieuwe technologieën binnen architectuur omdat het vooral conformeert naar de huidige manier van ontwikkelen. Wanneer het over wonen gaat, gaat het over energielabels van huizen en warmtepompen etc. Het meetbaar maken past goed in de denkwijze van berekenen, in kaart brengen, zodat alles verder geoptimaliseerd, gecontroleerd en gepland kan worden. Het idee dat alles goed gaat komen, als we maar meer data hebben is een opvallende trend. Zo deelde Rianne met ons een het filmpje over het dataficieren van konijnen. Echter, dit reduceert alles tot 1 en 0, is dat dan ecologie? (Meer over dataficatie in natuurconservatie lees ook: Virginie Maris: Het wilde deel van de wereld, hoofdstuk 10: de natuur als database). Een onderliggende zorg is natuurlijk dat alle apparaten die deze metingen en regulatie mogelijk maken weer perfecte business opportunity’s verschaffen in de groene wending. What’s new? Plus, data brengen ook vragen over privacy en veiligheid met zich mee: wie heeft er toegang toe en wat wordt ermee gedaan?

Het steekhoudende inzicht van deze sessie was dat ecologie vooral wordt gebruikt ter wille van controle en planning, in plaats van de uitwisseling en variatie. Juist het niet plannen, de natuur op haar beloop laten, zou een ecologische gedachte kunnen zijn. Echter lijkt dit geen vruchtbare grond voor in de architecten wereld. Want welke opdrachtgever wil nu voor een ontwerp betalen waar er onzekere factoren in zitten. Dit bleek de slotvraag van de sessie: is er in ontwerp speelruimte voor de natuur, of is dat een slecht ontwerp?

Een groen ontwerp volgens de media is het gebouw The Valley op de Zuidas Amsterdam.

Beeld via het Parool "Zuidascomplex Valley voor bouw al voor 300 miljoen verkocht" (2017)

Zo zijn de stenen zo ontworpen dat alles perfect aansluit. Echter is daarvoor van binnen een uitgebreide staalconstructie nodig waarvan de duurzaamheid te betwisten valt. De enorme glazen buitenwanden zijn misleiden voor dieren, en een grote hoeveelheid vogels vliegt (dood) tegen de ramen. Deze aspecten worden amper belicht, en voor kritische omstanders lijkt The Valley, hoe mooi dan ook, vooral op een greenwashing stunt.

“Dit bleek de slotvraag van de sessie: is er in ontwerp speelruimte voor de natuur, of is dat een slecht ontwerp?”

Kortom, in onze sessie werd er gereflecteerd op hoe “ecologisch” wordt gebruikt en misbruikt in de architectuur. Ecologie is een consensueel begrip geworden, iedereen staat er wel achter, maar het verplicht je tot niks, zo zei Jesse. Zonder een duidelijke definitie van ecologie is er sprake van ecologiseren zonder dat de lessen van de ecologie daarbij in acht worden genomen. Maar wat deze definitie moet zijn, blijft een heikel punt.

Wat we ontdekten is in dit gesprek over de link tussen ecologie en architectuur, is dat er in elk verhaal een concept van ecologie wordt gecreëerd. Waar draait ecologie om volgens jou?

Bronnen:

  1. ‘What are people for?’ Ecologists and the Articulation of the Built Environment – Juliana Yat Shun Kei. Published in Footprint, the open source journal from the architecture faculty of the University of Delft.
  2. Ecological Aesthetics and Architectural Autonomy: Oswald Mathias Unger’s Designs for Solar Housing. – Cornelia Escher and Lars Fischer. Published in OASE journal nr 112. (not the interview)

Next Post

Previous Post

Leave a Reply

© 2024 The ARCHAIC